2153 9 DECEMBER 1980 Asseldonk heeft dit in niet mis te verstane be woordingen aan de wethouder duidelijk gemaakt. Wij nemen aan dat de aluminium-woningen een proefbal lon voor een discussieaanzet zijn geweest. In ieder geval kunnen goedkopere bouwwijzen ons min^- der afhankelijk van subsidies maken en ook kunnen we daardoor sneller aan huurnormen voldoen. De wethouder heeft wel met veel tam-tam zijn plannen bekend gemaakt, maar van de uitwerking hebben we nog niets gehoord. Er liggen inmiddels vele ande re initiatieven op tafel en de vraag is of deze kennis binnen woningbouwverenigingen en andere initiatiefnemers ik denk hierbij ook aan een bekende bouwmaatschappij die ons in Breda niet helemaal vreemd is niet op korte termijn gekop peld zou kunnen worden in een soort deskundigen team, welk team dan een uitspraak zou kunnen doen over de mogelijkheid van het op korte termijn starten met dergelijke projecten. Anders verzanden we weer in lange procedures ten aanzien van de uitvoering en de vraag waar woningen gebouwd moe ten worden. De afgelopen jaren hebben we een aantal rege lingen op huisvestingsgebied ingevoerd ik was blij met de opmerking van de heer Eissens dat een aantal regelingen ter discussie zou moeten worden gesteld zoals inzake het toelatingsbeleid, het aanschrijvingsbeleid, artikel 56 van de woonruimte- wet, artikel 352 dat een week geleden aan de orde is gekomen etcetera. De politieke discussie om trent de herinvoering van de woonruimtewet 1947 is eveneens in volle gang. Suggestief wordt bij deze regelingen voorgesteld alsof zij een grote invloed hebben op het woningaanbod. Zonder op de discussie in de raad met betrek king tot de nota volkshuisvesting te willen voor uitlopen willen wij op voorhand het college vragen de effecten van allerlei deelmaatregelen eens hard te willen maken wat de duidelijkheid van de dis cussie ten goede kan komen. Wij moeten niet ver zanden in allerlei juridische procedures die in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2153