2155 9 DECEMBER 1980 voor eens en voor altijd wel een illusie blijven. Eigenlijk heb ik met de twee vorige onder- werpen al een belangrijk gedeelte van het welzijn ingevuld. Immers, werk en goed wonen zullen in belangrijke mate het "welzijn" van de mens bepa len. Ik denk dat er geen moeilijker in te vullen definitie bestaat dan het welzijn van de mens, ik denk ook dat niets zo persoonlijk beleefd wordt als het eigen welzijn. Wie zijn wij dan om de welzijnsplanning in te vullen? Om de continue stroom van publicaties rondom dit onderwerp te volgen moet men wel een bijzonder volhardend ka rakter hebben of het kan zijn dat de tegenstrij dige beweringen als ontspannende lectuur dienst doen. Artikelen als "Welzijnswerkers kweken heel direct misère" en "de begeleidingsziekte veroor zaakt onwelzijn" zetten je toch op z'n minst zwaar aan het denken. Onze fractie vindt dat de persoonlijke levenssfeer zoveel mogelijk door de mens zelf moet worden ingevuld, terwijl er juist een tendens aanwezig is dat de overheid wel zal uitmaken hoe je je welzijn moet beleven. Juist door die geïntensiveerde overheidsbemoeienissen is het welzijn eigenlijk in de knel geraakt, maar ook dat is geen probleem want dan gaat diezelfde overheid wel weer een nieuw instrumentarium ont wikkelen om ogenschijnlijk een stuk welzijn te waarborgen Binnenkort zal de raad de nota welzijnsplan ning behandelen. Een regen van planning, coördi natie, evaluatie, begeleiding, terugkoppeling et cetera. Er lopen nog steeds wetenschappelijk op geleide mensen rond met de stellige overtuiging dat ze hiermede het individuele geluk kunnen op voeren. Voorlopig denkt het college het ei van Columbus te hebben gevonden door wederom vijf amb tenaren aan te stellen. Wie beoordeelt dan of het welzijn er echt op vooruit gaat? Op die vraag zullen wij ons in de toekomst meer moeten richten De vraag of een grotere maatschappij-bewustheid tot meer persoonlijk geluk leidt is voor ons nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2155