2159
9 DECEMBER 1980
herstellen. Graag doen wij u dan ook een voorstel
in die richting en wel het voorstel collegeverga
deringen toegankelijk te doen zijn voor raadsle
den. Met name voor die fracties die geen vertegen
woordigers in het college hebben zou dit verhel
derend en ontspannend kunnen werken en daardoor
het geheel ten goede komen. Hierbij stellen wij
wel voorop alle begrip te hebben wanneer menige
uitzondering moet worden gemaakt; een goede ver
standhouding tussen bestuur en dagelijks bestuur
houdt vanzelfsprekend in dat het college, daar
waar het dit nodig acht, de rust van de besloten
heid moet worden gelaten. Wij denken dat dit voor
stel in de geest is van de wet openbaarheid van
bestuur. Wanneer men ons, zoals al eens eerder,
tegenwerpt dat deze wet is geschreven ten behoeve
van burgers, dan stellen wij dat het ondenkbaar
is dat de wetgever die een grote openheid tussen
bestuurderen en burgers probeert te bewerkstelli
gen, eenzelfde openheid tussen bestuurderen on
derling niet zou vooronderstellen.
Zoals we al opmerkten, de inhoud van de boek
jes blijkt niet mee te vallen; daar waar de tekst
niet verhullend is, bevat zij mededelingen over
in voorbereiding zijnde nota's, nog niet afgeron
de discussies en zelfs op veel plaatsen pure non
sens. Enkele voorbeelden uit het groene boekje.
Op bladzijde 14: "Er is nog meer te doen bij de
gemeente dan het wonen, het werken en het welzijn,
zoals in de vorige paragrafen aan de orde gesteld.
Als er iemand daarvan overtuigd is, dan is het
ieder van ons." Op bladzijde 11: ".....dat wij
ons niet mochten laten verleiden in de hoek ge
drongen te worden van de "of-of"-keuzenmaar dat
wij ruimte moesten bewaren voor "en-en"—keuzen.
Onderaan op bladzijde 12: "Met andere woorden:
wij lijken er in te zijn geslaagd de onmiskenbare
verschuivingen langs de weg der geleidelijkheid te
laten verlopen." Op bladzijde 16 onder het kopje
automatisering staat: "De belangrijkste opgaven,
waarvoor wij op korte en middellange termijn staan,