2165 9 DECEMBER 1980 de noodzaak hiertoe worden aangetoond door te stellen dat burgers gelijkwaardige partners moeten zijn in hun onderhandelingen met deskundigen van de dienst openbare werken over renovatie en groot onderhoud. In de praktijk is deze noodzaak over duidelijk bewezen. Het is schandelijk dat het col lege accepteert dat onbezoldigde burgers zich ge dwongen zien in hoge mate tijd en energie te spen deren om de moeilijkheden, ontstaan door het ont breken van een dergelijke functionarisnog enigs- zins te beperken. Wij willen in het laatste deel van ons betoog u een aantal wensen voorleggen. Allereerst een aantal ter versterking van de democratie die ge heel zonder financiële consequenties kunnen worden ingewilligd. Het lijkt ons zinvol: 1. dat de ingediende claims in het vervolg in het bijzijn van de raad worden verdedigd en ook in het bijzijn van de raad, met argumenten omkleed, worden gehonoreerd of afgewezen. 2. dat, naast de bestaande regeling, het recht van motie, amendement en initiatief ook aan iedere fractie als zodanig wordt toegekend. 3. dat alle gemeenteambtenaren het passief kies recht krijgen voor de medezeggenschapscommis sies, ongeacht dus hun al of niet lid zijn van een vakbond. 4. dat bij de commissies van advies en bijstand de nadruk moet worden gelegd op "bijstand", het geen impliceert dat de commissies er in een vroeger stadium bij worden betrokken en zich bij een eerste kennismaking met een voorstel niet behoeven vast te leggen op een "voor" of "tegen". 5. dat collegevergaderingen in principe toeganke lijk zijn voor raadsleden. 6. dat brieven van burgers, gericht aan raad of commissie, meteen ter kennis worden gebracht van de leden Naast deze wensen ter versterking van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2165