2188 11 DECEMBER 1980 De VOORZITTER: Een naar mijn mening juiste constatering Mevrouw Saelman heeft in dit verband over de wet openbaarheid van bestuur gesproken, het in die wet gestelde zou naar haar oordeel ook tot open baarheid van de collegevergaderingen moeten leiden, maar dat is een mijns inziens onjuiste interpreta tie. De wet openbaarheid van bestuur heeft name lijk betrekking op de openbaarheid van stukken en documenten. Vervolgens heeft mevrouw Saelman over een aantal verschuivingen gesproken, verschuivingen dwars door de portefeuille-budgetten heen. Het antwoord daarop dient naar mijn mening in dit sta dium kort en goed het volgende te zijn: wanneer men verschuivingen wenst aan te brengen zullen daartoe in de komende dagen amendementen moeten worden ingediend. Mevrouw Saelman voelde zich afgelopen maandag een vogelin andere gemeenteraadsvergaderingen botst zij zoals zij stelde tegen het reglement van orde op. Wellicht is het ook mevrouw Saelman be kend, dat het voor sommige vogels levensgevaarlijk is zich buiten hun kooi te begeven, dat kan grote problemen opleveren, maar terugkomend op haar op merking: het reglement van orde móet er naar onze overtuiging zijn, want zonder dat reglement zouden in de vergaderingen van de raad waarschijnlijk hoogstmerkwaardige situaties ontstaan die zeker niet tot een goede besluitvorming zouden leiden. Op de vraag van mevrouw Saelman de aan de raad gerichte brieven meteen aan de raad ter be schikking te stellen zou ik het volgende willen antwoorden. Natuurlijk moeten wij al het mogelijke doen om de raad ten dienste te zijn, maar uitvoe ring van datgene waarom zij vraag zou mijns in ziens weinig zin en betekenis hebben, het resul taat ervan zou ernstig moeten worden betwijfeld. Voorts is door mevrouw Saelman een vraag ge steld over het indienen van amendementen en moties door de fracties, een aangelegenheid die eveneens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2188