11 DECEMBER 1980 2195 beantwoord. Het gaat hierbij om de vraag welke nieuwe spelregels voor het gebruik van de etalage zullen moeten worden vastgesteld, dat dient eerst nog bekeken te worden, maar overigens is en blijft het mijns inziens nodig dat maatschappelijke groe peringen de mogelijkheid krijgen op deze wijze in het voorlichtingscentrum van de stad naar buiten te treden. Dan nog één opmerking. Door de P.v.d.A. is tot nu toe één motie ingediend, aan welke motie door het college nog geen aandacht is geschonken. Waar het zo duidelijk om een uitnodiging van de raad gaat die iets te maken heeft met het program akkoord van weleer lijkt het mij verstandig, dat eerst een beoordeling van de motie in de fracties plaatsvindt. Wethouder VAN DUN: Tien jaar lang hetzelfde begin van mijn antwoord namens het college op de vragen en opmerkingen over de hoofdstukken volks huisvesting, ruimtelijke ordening, openbare werken en beplantingen, namelijk: het zal fragmentarisch en kort zijn, het zal niet getuigen van diepgang waar wij gebonden zijn aan een termijn van een half uur, maar hopelijk zullen wij elkaar indringender vinden bij de hoofdstuksgewijze behandeling en dat dan wat mij betreft graag op de woensdagavond. In vind de nota inzake hetgeen wordt nage streefd door dit college een moedig stuk, waarin ik mij persoonlijk -- ook politiek erg goed kan vinden. Het college heeft hiermee naar mijn mening een constructieve bijdrage geleverd waarom de raad al jarenlang gevraagd heeft aan het ont wikkelen van een beleidsnota op langere termijn. Het stemt mij tot grote verheugenis, dat dit col lege uitgaande van de door u genoemde compromisge dachte zich unaniem in deze goed geschreven nota heeft kunnen vinden. De heer HENDRIKSEN: Het is toch niet alleen een constructieve nota?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2195