2196 11 DECEMBER 1980 Wethouder VAN DUN: Ik weet niet wat ik met dit soort interrupties aan moet. Als de tijd die met het ingaan op interruptie is gemoeid bij mijn tijd van een halfuur komt wil ik best met de heer Hendriksen op de mat. Ik spreek inderdaad over een constructieve nota en als de heer Hendriksen daar mee moeite heeft moet hij maar naar voren brengen wat het foute is in mijn opmerking. De heer HENDRIKSEN: Ik denk dat u dat goed begrijpt! Het woord "constructief" is als zodanig nogal aan een bepaalde begroting gebakken.' Wethouder VAN DUN: Het is een constructieve nota, die wij in het college schouder aan schouder hebben geschreven] De nota is ook zeer goed leesbaar en u zult begrijpen dat ik als wethouder van volkshuisves ting hoop dat de raad de vertaling in centen van een aantal beleidsvoornemens in deze nota tot de zijne zal willen maken. In dit verband nog één opmerking. Geruchten en publicaties in periodieken die hier wel eens ten tonele worden gevoerd zouden de suggestie kunnen wekken dat deze nota door twee wethouders is geschreven. Dat is bepaald niet waar en als ik dit zeg lieg ik niet. De nota is door het college geschreven en wordt door drie politie ke partijen gedragen, terwijl er naar mijn mening geen enkele politieke partij in Breda kan en mag zijn die wat deze nota betreft het alleenverto ningsrecht voor zich kan opeisen. Een tweetal algemene opmerkingen voordat ik de misschien wat fragmentarische behandeling van een aantal onderwerpen aan de orde zal stellen. De discussie met mevrouw Saelman over een aantal punten die in mijn portefeuille zouden mogen zit ten is wat moeilijk. Deze opmerking wordt mij met name ingegeven door het feit, dat zij wat ongenu anceerd, wat "vogelachtig" in mijn portefeuille ingrijpt. Zij heeft bijvoorbeeld te hooi en te gras gezegd, dat zij zou kunnen inbreken in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2196