2200
11 DECEMBER 1980
bouwen, wij hebben alleen voldaan aan planningen
waarom door het Centraal Bureau voor de Statistiek
en de centrale directie van de volkshuisvesting
wordt gevraagd. Wij hebben geantwoord op vragen
als: welke planningen zullen waarschijnlijk op een
bepaald moment in bestemmingsplannen worden vast
gelegd en welke harde plannen hebt u? Het is de
raad en ook het college bekend dat wij 76 soorten
planningen hebben. Als nu de formele planningen
niet worden gehaald, maar wij niettemin proberen
het haalbare te verwezenlijken, moet de wethouder
dan aftreden? Ik zou de heer Garritsen willen uit
nodigen -ik kom hierop nog terug eens te kij
ken naar de bouwsituatie in Nederland, naar het
geen rondom ons heen gebeurt, naar gemeenten waar
weliswaar om andere redenen wel wethouders
aftreden. Voor hetgeen in Breda op het terrein
van de woningbouw tot stand komt schaam ik mij
niet en u zult zich misschien kunnen voorstellen
dat ik op de vriendelijke collegiale uitnodiging
van de heer Garritsen hieruit de consequenties te
trekken en dus af te treden niet zal ingaan.
De heer GARRITSEN: Het is toch zo dat de bouw-
produktie in een periode van tien jaar <- destijds
werden 1200 woningen per jaar gebouwd volledig
in elkaar is gezakt. Dat verwijt blijf ik staande
houden
Wethouder VAN DUN: Wil de heer Garritsen dat
deze wethouder verwijten?
De heer GARRITSEN; Waar u de eerst verant
woordelijke bent is dat heel duidelijk.
Wethouder VAN DUN; Dat zal de heer Garritsen
naar mijn mening hard moeten maken. De goede trouw
van het college op dit punt behoef ik mijns in?-
ziens niet te bewijzen. De heer Garritsen zal --
wij hebben hierover bij elke begrotingsbehandeling
gesproken waar moeten makenf dat het niet halen