2214
11 DECEMBER 1980
sociaal-economisch beleid met de vraagstukken rond
werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsmarkt bij
de algemene beschouwingen zo'n centrale plaats
gekregen als dit jaar. Dat is mijns inziens te
recht, de situatie is er naar. Het perspectief is
somber, niet alleen voor Breda, niet alleen voor
Nederland, want welhaast de gehele wereld heeft
te kampen met een problematiek op dit terrein
waarop eigenlijk geen afdoend instrumentarium kan
worden losgelaten. Zeker een lokale overheid heeft
slechts een klein arsenaal van middelen en moge
lijkheden om hieraan structureel iets te doen. Dat
ontheft ons echter niet van de plicht althans het
mogelijke te ondernemen, het is in zekere zin een
uitdaging datgene wat je in dezen kunt doen in elk
geval zo doeltreffend mogelijk te doen.
Uit de algemene beschouwingen komt naar voren
dat een groot deel van de raad instemt met de door
het college aangegeven lijn waarlangs wij in dit
opzicht iets kunnen doen. Dat is bepaald geen
pluim op eigen hoed steken, integendeel, maar ik
kom hierop nog terug. De nota sociaal-economisch
beleid geeft aan dat tot dusver veel gebeurde, ik
meen echter te moeten constateren dat in hetgeen
gebeurde onvoldoende samenhang zit. Er zijn tal
van functies binnen het gemeentelijk apparaat die
zich met de problemen op het vlak van het sociaal-
economisch bestel bezighouden. De functie perso
neel en organisatie levert haar bijdrage om de
werkgelegenheid binnen het gemeentelijk apparaat
zo optimaal mogelijk te ontplooien. De functie so
ciale dienst houdt zich bezig uiteraard met
de gevolgen van de werkloosheid, maar vervult
daarnaast een niet te onderschatten rol op het ge
bied van het weer motiveren van mensen ten aan
zien van het weer aan het arbeidsproces deelnemen
en ook de sociale werkvoorziening is naar mijn
mening een orgaan, dat in dezen een bijzonder be
langrijke rol vervult. De functie jeugd, sport en
recreatie, met name de sector jeugd, houdt zich
bezig met het opvangen en bestrijden van de