11 DECEMBER 1980 2215 jeugdwerkloosheid, waarop collega Welschen uiter aard nog uitvoeriger zal ingaan. De functie onder wijs legt de relatie opleiding-arbeidsmarkt het schoolverlaters-project om maar iets te noemen en tenslotte tracht de functie economische zaken, met uiteraard vele bindingen in de richting van het bedrijfsleven, de werkgelegenheid te bevorde ren. Zij voert de directie van de BrIM, terwijl zij zich voorts bezighoudt met het secretariaat en de begeleiding van de werkgelegenheidsadviesraad. Welnu, ik meen dat een meer samenhangend, een meer gecoördineerd werken met elkaar, een meer en beter op elkaar afstemmen van al deze facetten, meer mo gelijkheden biedt en ook tot een beter resultaat kan leiden. Daarnaast geeft de BrIM, waarmee een weliswaar relatief bescheiden bedrag is gemoeid maar niettemin een bedrag waarmee wij iets kunnen doen, ons de mogelijkheid nu een aantal prioritei ten te kiezen en deze ook financieel mogelijk te maken, een aanzet die mijns inziens meer geeft dan uitsluitendde optelsom van de verschillende func ties. Welnuf de prioriteiten gebaseerd op het BrIM-geld zijn nu aan de raad voorgelegd. Die pri oriteiten zijn in de eerste plaats dit overi gens niet naar belangrijkheid ingedeeld onder steuning van het bedrijfsleven waarbij ik de be drijf sconsulent mag noemen, ten tweede het opvoe ren van onze interne kracht via de coördinator werkloosheid, ten derde het aanpakken van een aan tal knelpunten op de arbeidsmarkt, ten vierde een doelgerichte aanpak van de jeugdwerkloosheid en ten vijfde het via informatie en onderzoek wat meer gestalte geven aan het beleid op langere ter mijn. Op sommige van die bestedingspunten kom ik zo dadelijk terug, Daarvoor wil ik nog een opmerking maken over hetgeen de grootste belemmering vormt voor het aan trekken van werkgelegenheid. Eén van de elementaire vestigingsvoorwaarden in de gemeente Breda is het kunnen beschikken over voldoende grond. Welnu, de grond in Breda dit is de raad bekend en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2215