11 DECEMBER 1980 2217 soms best plausibele redenen in een hoek terecht komt T-- een verkeerde hoek naar mijn mening waarin zij niet thuishoort als gevolg waarvan wij op dit gebied ook weinig aan acquisitie zullen kun nen doen. Op kantoren vinden, zoals ik al heb ge zegd, vele stadgenoten hun werkkring, kantoren vragen relatief weinig ruimte per arbeidsplaats, zij bieden relatief grote groeimogelijkheden en in ieder geval bijzonder milieuvriendelijke werkgele genheid, die bovendien in hoge mate aansluit op het opleidingsniveau in de gemeente Breda en ten aanzien van verschillende knelpunten op onze ar beidsmarkt een perspectief kan bieden. Daarom pro beer ik er bij dezen toch een lans voor te breken niet per definitie en elke keer weer om welke re den dan ook mogelijke kantoorvestigingen uit de weg te gaan of in te ruilen voor iets anders. In ieder geval r-r dat is een prettig gegeven kun nen de kantoorbestemmingen nog binnen de gemeente grenzen worden opgevangen, wat helaas ten aanzien van de industriële bedrijven niet valt te zeggen. Daarmee ben ik uiteraard toegekomen aan het bedrijfsterrein tussen Breda en Dorst, een proces dat waarschijnlijk nog wel een aantal jaren in be slag zal nemen maar dat in elk geval kan aansluiten op de invulling van de wijk-werkterreinen in de Haagse Beemden. Het recentelijk verschenen ont- werp-structuurplan ruimtelijke hoofdstructuur geeft aan, dat de eertijds voorziene mogelijkheid van een bedrijfsterrein tussen Breda en Dorst al is vervangen door de noodzaak van een dergelijk ter rein, waar ik blij mee ben omdat dit wederom een signaal is dat onze wens daar een bedrijfsterrein te creëren inmiddels een breder draagvlak heeft gekregen, Ook het stadsgewest en de beleidsoverleg- commissie hebben zich in deze zin uitgelaten en ik heb de verwachting, dat dit wat het gemeentebe stuur van Oosterhout betreft niet aan dovemansoren is gezegd. Immers, werkgelegenheid stoort zich evenmin als milieu aan gemeentegrenzen. Het ter rein tussen Breda en Dorst is natuurlijk in eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2217