2218
11 DECEMBER 1980
aanleg bestemd voor die bedrijven die thans in de
stad Breda in de knel zitten, het zal in de toe
komst ook mogelijkheden moeten bieden aan die be
drijven die aan Breda gebonden zijn, maar het is
natuurlijk geen oplossing op lange termijn; daar
van moeten wij ons bewust zijn. Met spanning wach
ten wij daarom op dit moment op het structuursche
ma bedrijventerreinen, want dat zal het overleg in
een breder kader moeten losmaken. De oneerlijke
concurrentie de heer Crul nam zelfs het woord
"ronselpraktijken" in de mond, waarop ik nog zal
terugkomen is op dit terrein gewoon aanwezig,
waarvoor wij mijns inziens op geen andere wijze
een oplossing zullen kunnen vinden dan via het in
breed overleg gezamenlijk aanpakken van dit pro
bleem. Ik ben er nog niet uit of dit in regionaal
of stadsgewestelijk kader moet gebeuren, maar in
ieder geval is wel volstrekt duidelijk dat dit al
leen maar kan gebeuren in het perspectief van het
in dienst stellen van een stukje eigen bevoegdheid
misschien zelf afgeven van die eigen bevoegd
heid van de samenwerking op dit terrein. Ik
moet zeggen dat ik er op dit moment nog geen zicht
op heb hoe dat zou moeten gebeuren, maar op den
duur zullen alle gemeentebesturen naar ik aanneem
wel tot de conclusie komen dat overleg en samen
werking noodzakelijk zijn. Je kunt daarbij denken
aan een soort geïnstitutionaliseerd bodemoverleg
met bevoegdheden, waaraan onmiddellijk moet worden
toegevoegd dat een dergelijk orgaan democratisch
zou moeten worden gecontroleerd. Voorts zou zijn
te denken aan bijvoorbeeld een regionale n.v.
BrIM, maar de gedachten hieromtrent die hier en
daar wel door mij naar voren zijn gebracht hebben
tot nu toe nog niet voldoende voedingsbodem gevon^
den. Het overleg ter zake wil ik r— dat wordt door
mij ook gedaan graag entameren op basis van de
bereidheid van Breda in de toekomst op dit terrein
een stukje eigen bevoegdheid in te leveren.
Vervolgens een aantal opmerkingen in de rich
ting van de fractievoorzitters.