11 DECEMBER 1980 2227 activiteiten. Wanneer ik er voorts op wijs dit ook in de richting van de heer Eissens dat wij inmiddels 42 gesubsidieerde verenigingen hebben met meer dan 2000 leden die samen 109 uitvoeringen hebben gegeven die in het afgelopen jaar door 23.000 mensen zijn bezocht, dan mag naar mijn me ning toch wel worden geconstateerd dat de cultuur in Breda enigermate leeft. De programmering van de Beyerd wordt gewijzigd, wij bezinnen ons op een verdere uitbouw van bijvoorbeeld het cultureel paspoort voor jongeren, wij zijn hard bezig met een stedelijk plan voor kunstzinnige vorming waar van wij hopen dat het in de loop van het komend voorjaar aan de raad zal kunnen worden aangeboden, het blad "Uitgaan" waarmee wij het vorig jaar zijn gestart zal beter moeten gaan functioneren, "Het licht op groen", de nota over de culturele accom modaties is aan raadsbehandeling toe. Welnu, ik zeg nogmaals dat er dan toch wel het een en ander gebeurt. Het accommodatiebeleid moet overigens uiteraard hand in hand gaan met activiteiten. Wel nu, dit zijn naar ik meen niet de platgetreden pa den waarover de heer Crul praat. Wij zijn op weg naar zoveel mogelijk deelname, dat is de essentie van hetgeen wij nastreven en de instellingen wer ken elk voor zich maar ook gezamenlijk aan een zo pluriform mogelijk aanbod en programmering. In dit verband begrijp ik ook de constatering van mevrouw Saelman nietf dat vanuit het particu lier initiatief een drietal activiteiten naar vo ren is gebracht, waarbij zij naar ik meen op met name activiteiten in de muzieksfeer doelde. Wan neer het goed gaat zullen er mijns inziens nog veel meer van dergelijke activiteiten naar voren moeten komen en onzerzijds bestaat er geen enkele behoefte aan dat te voorkomen. Tot slot nog een enkel woord over de kunste naars, die in dit verband een heel eigen rol spe len. Dat kunstenaars zich afzetten is naar ik meen heel normaal, ik zie het als gelukkig ddt dit ge beurt. De opvattingen zijn niet steeds gelijk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2227