2230 11 DECEMBER 1980 thuiszittend, zij zijn politiek radicaal, werk schuw of krakers; zo kunt u nog tal van andere krantekoppen lezen. Het zit kennelijk niet hele maal goed met die jongeren. Inderdaad zit het met een aantal jongeren in deze maatschappij erg moei lijk, maar ik denk dat ook flink wat jongeren het op dit moment erg moeilijk hebben met de maat schappij Er is zo langzamerhand ten aanzien van bepaalde groepen jongeren ik noem ze nogmaals gezegd als voorbeeld een schrikbeeld aan het groeien. Wij hebben dat ook in de Hoge Vucht weer meegemaakt; accommodatie voor jongeren niet in on ze buurt, de mogelijkheden tot het onderbrengen van jongeren in gemeenschapshuizen liggen erg moeilijk] Degenen in deze raad die rechtstreeks en soms dagelijks met de jongeren bezig zijn weten het, zo langzamerhand dit is overigens een slechte vergelijking zijn groepen als woonwa genbewoners op bepaalde punten in de stad nog wel- komer dan groepen jongeren. In die situatie zitten wij en de vraag rijst dan uiteraard wat er nu in feite is misgelopen. Het gaat om duizenden van dit soort jongeren, ook in deze stad. Ons maatschappe lijk systeem is grenzeloos ingewikkeld geworden, wij hebben een erg ver doorgevoerde industrialisa tie meegemaakt die heeft geleid -- dat is ook weer een complete open deur, hoe onzichtbaar het mees tal ook lijkt tot een enorme technocratie en een enorme bureaucratie. Dit is geen constatering daajrmee ga ik gelijk van de heer Garritsen af die alleen voor kapitalistische systemen op gaat, exact hetzelfde doet zich voor in collecti- vistische maatschappij-systemen. Dit dienen wij mijns inziens heel goed voor ogen te houden omdat wijals wij de oorzaken van het probleem niet kennen, ook niet kunnen proberen het op te lossen. De technocratie heeft een bepaalde mate, in feite een ongekende mate van welvaart mogelijk gemaakt, maar de technocratie stelt ook nog steeds haar tegeneisen. Die tegeneisen houden in dat je moet kunnen meedraaien op basis van deskundigheid, op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2230