11 DECEMBER 1930 2239 doorheen te krijgen. Dat levert arbeidsplaatsen op en dat is één goede zaak, maar belangrijker is het dat dit een veel gedifferentieerder mogelijkheid oplevert tot het gedeeltelijk meedraaien in het doelmatigheidssysteem, een mogelijkheid ook tot het belangrijker doen worden van andere waarden. Ditzelfde geldt overigens voor het herplaatsings- beleid ten aanzien van mensen die afgekeurd drei gen te wordenvoor de onderwerpen ook waarmee men in het kader van de medezeggenschap bezig is. Het is echter allemaal nog beperkt. Dit alles zal naar mijn mening zijn kern moeten gaan vinden in het recreatiebeleidwaarop ik nu niet al te uitvoerig wil ingaan. De tijd daarvoor heb ik ook niet, maar ik wil er wel het volgende over zeggen. Wij hebben een maatschappij ontwikkeld die enerzijds techno cratisch keurig in elkaar zit en die haar eigen normen kent, maar die anderzijds alles wat riekt naar prettige ervaringen op een redelijk calvinis tische manier -r excusez le mot als in feite zinloos of althans niet zinvol.... De heer KAMMERAAT: Waarvoor excuseert u zich nu? Wethouder WELSCHEN: U bent een keer in het frans bezig geweest en ik meen te mogen aannemen dat u het best kunt volgen, maar ik wil het straks wel voor u vertalen. Daar heb ik nu geen tijd voor I De heer SCHURING: Ja, maar wat had Calvijn ermee te maken? Waarop baseert u zich, op welke tekst, op welk boek? Wethouder WELSCHEN: Mag ik gezien de tijd deze interruptie straks met de heer Schuring per soonlijk afhandelen? De heer SCHURING: Neen, u komt hiermee in het openbaar en dan wil ik in het openbaar ook graag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2239