2252 11 DECEMBER 1980 bij het onderwijs het geval is, in de maatschap pelijke dienstverlening beide vormen naast elkaar kunnen functioneren. Met nadruk stellen wij hier bij dat deze standpunten niet inhouden een on dergeschikt maken van het particulier initiatief aan de overheid. Tot slot willen wij u nog wijzen op situaties die zich voordoen en waarin men zich vanuit het particulier initiatief uitdrukkelijk tot de overheid wendt met het klemmende verzoek bepaalde voorzieningen als overheid tot stand te brengen. Te denken valt hierbij aan een vrouwen trefcentrum, educatieve voorzieningen voor migran ten en de begeleiding van w.a.o,-groepen. Dit is zomaar even een willekeurige greep uit zaken die de laatste twee jaar aan de orde zijn geweest. De heer RöMKENSDe w.a.o.-groepen hebben zich niet tot de overheid gewend met het uitdruk kelijke verzoek aan de overheid een en ander ter hand te nemen, integendeel.' Wethouder PAULUSSEN: Dat is wel gebeurd! Men heeft zich tot de overheid gewend met het verzoek het werk veilig te stellen, men heeft de mogelijk heid aangegeven de Stichting Werkzoekenden voor Werkzoekenden hiervoor eventueel aan te wijzen en in tweede instantie heeft men de overheid uitdruk kelijk om het tijdelijk veilig stellen van het werk verzocht omdat op dit ogenblik het geëigende particulier initiatief voor deze groep ontbreekt. Samenvattend: de overheid heeft een belang rijke voorwaarden-scheppende taak ten opzichte van het particulier initiatief, het particulier ini tiatief heeft een belangrijke taak ten opzichte van de uitvoering van welzijns-activiteiten, maar dit mag niet leiden tot monopolieposities en ten derde dient de overheid geen concurrentie maar ondersteunende en aanvullende taken op zich te nemen in het waarmaken van haar eindverantwoorde lijkheid voor de lokale verzorgingsstructuur, ter wijl ten vierde het particulier initiatief evenals

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2252