11 DECEMBER 1980
2253
de overheid een belangrijke publieke verantwoor
dingsplicht heeft ten aanzien van de wijze waarop
het met gemeenschapsgelden omgaat.
Na dit meer algemene verhaal wil ik nader in
gaan op hetgeen door de woordvoerders van de ver
schillende fracties naar voren is gebracht.
Ik begin met de fractievoorzitter van het
C.D.A. Hij heeft in zijn algemene beschouwing over
een aantal punten gesproken die ik wil noemen, zo
als ten eerste het subsidiëren als stimulans voor
het dragen van de eigen verantwoordelijkheid, ten
tweede het waarborgen van de pluriformiteit en de
eigen identiteit van het welzijnswerk en ten derde
een inperking van het particulier initiatief.
Ten eerste de subsidiëring. Het dragen van
eigen verantwoordelijkheden door het particulier
initiatief schijnt helaas onverbiddelijk gepaard
te moeten gaan met een fors subsidieverzoek in de
richting van de gemeente. Die constatering heeft
mij er wel eens toe verleid ik kan het niet na
laten het ook hier nog eens te zeggen over het
kwasi particulier initiatief te spreken. Wij zijn,
ook al tegen de achtergrond van een zevental rijks
bijdrageregelingen op welzijnsterrein, dringend
toe aan het herzien van het gemeentelijk subsidie
beleid, waarover in deze raad van verschillende
kanten al eerder is gesproken. Het college heeft
een ambtelijke werkgroep ingesteld die een subsi
dienota zal opstellen, welke nota behalve op ons
systeem van subsidiëren vooral ook uitzicht zal
moeten geven ik kijk hierbij in de richting van
mevrouw Saelman op hetgeen wij subsidiëren en
waarom wij dat doen. Natuurlijk kan subsidiëren
een stimulans zijn voor het dragen van de eigen
verantwoordelijkheden, maar evengoed leidt het bin
nenhalen van een subsidie vaak tot een afname van
spankracht een creativiteit bij de gesubsidieerde
die zijn plaats op de gemeentebegroting weet vei
lig gesteld,
De heer SCHURING: Dit zijn de liberale