2260 11 DECEMBER 1980 op dit moment nog in het college over de snelheid waarmee je zo'n aanpak invoert en over de reik wijdte van de zaken waarover een buurt mag meepra ten. De gemeente zal op dit punt mijns inziens echter niet kunnen achterblijven bij de stappen, die vrijwel alle Bredase instellingen van particu lier initiatief zetten naar de buurten en de wij ken toe. De welzijnsplanning kan voor ons een eer ste belangrijk proefterrein zijn. De vraag rijst of buurt- en wijkbewoners zich echter de beperking die wij stellen zullen laten opdringen. In de dis cussie over de opzet van de gemeentelijke wel zijnsplanning zullen wij hierop zicht krijgen. De P.v.d.A.P.S.P. en D'66 kennen terecht een belangrijke betekenis toe aan het opbouwwerk als onafhankelijke ondersteuning van bewoners en bewonersgroepen. Jammer is het dat andere partijen op dit punt niet uitdrukkelijk zijn teruggekomen, terwijl het sociaal plan waarin in dezen heel na drukkelijk een rol bij de stadsvernieuwing aan het opbouwwerk wordt toegekend unaniem in deze raad is onderschreven. Opbouwwerk in stadsvernieuwings gebieden heeft voor mij zo'n hoge prioriteit, dat mijns inziens zo nodig via het systeem van her schikking in het Bredase opbouwwerk hiervoor ruim te moet worden vrijgemaakt. Van de zijde van het bestuur van het buurt- en wijkopbouwwerk wordt de prioriteit wel erkend, maar alleen gehonoreerd via uitbreiding van het aantal formatieplaatsen. De specialisatie technisch opbouwwerk is een vorm van welzijnswerk, die wij in Breda nog niet kennen. Het buurt- en wijkopbouwwerk heeft in zijn pas verschenen beleidsplan de volgende stel ling ten aanzien van bouwtechnisch opbouwwerk ge poneerd: "Bewoners hebben het recht en moeten de mogelijkheid hebben onafhankelijke en niet gebon den deskundigen in te schakelen in het belang van hun eigen woon- en leefklimaat." Deze prioriteit is jaren door het buurt- en wijkopbouwwerk gesteld en wij hebben er in de commissie sociale zaken alsmede in de gecombineerde commissievergadering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2260