11 DECEMBER 1980
2263
deze programmapunten zullen houden en dat de wen
sen van de raad op dit punt erg ver zullen gaan.
Wethouder VAN BANNING: Daar sta je nu, zo on
geveer aan het einde van het derde lustrum van je
raadslidmaatschap, achter deze prachtige katheder.
Ik heb er altijd tegenaan gekeken, nu sta ik er
als wethouder van financiën met geen duit op zak
en met een Twentse professor die de heer Ten Wolde
inspireert tot het stellen van lastige vragen.
Welnu, ik heb twee petten ik heb er overigens
ook nog eentje met een mooie gouden rand, dit voor
sommige mensen die hierin zijn geïnteresseerd
in deze functie en wel die van wethouder van finan
ciën en die van wethouder van automatisering en
planning. Als u het mij toestaat zal ik met het
financiële gedeelte beginnen.
Ik ging met knikkende knieën hier naartoe,
want ik dacht dat de bevolking in deze periode van
bezuiniging wel te hoop zou lopen, maar ik zie tot
mijn geruststelling dat er vier familieleden van
mij zitten, mevrouw Brooimansnog een lieve dame,
twee heren en een politie-ambtenaarIk denk daar
om nu dat het allemaal nog wel zal loslopen.
De fractievoorzitters hebben gesproken over
de financiële aanpak bij de aanbieding van de be
groting 1981 en het meerjarenbeeld 1982-1984. Het
komt mij dan ook wel juist voor eerst in wat alge
mene bewoordingen ook van de kant van het college
hierop wat dieper in te gaan, voor zo ver dit door
u, mijnheer de voorzitter, en mijn collegae al
niet is gedaan, zij het dan in bepaalde gevallen
meer toegespitst op het eigen budget.
U kunt zich voorstellen, dat het college met
instemming heeft kennisgenomen van de opvattingen
ter zake als van de zijde van de C.D.A.-fractie
wordt gesteld, dat naar de mening van die fractie
de huidige financiële aanpak niet getuigt van een
onverantwoordelijk zakendoen. Deze instemming geldt
uiteraard ook voor de waardering, benadrukt door
de fractievoorzitter van de P.v.d.A., met