11 DECEMBER 1980 2269 afweging tegen nut en noodzaak plaatsvindt. Men heeft zijn budget en daarin kunnen voorkeuren ken baar worden gemaakt, kan oud hout worden gekapt. Bij een juiste benadering wordt verstarring terug gedrongen, wordt het stapelen vroegtijdig ingedamd wordt men meer kostenbewust. Bovendien moet een sluitende begroting worden ingediend. Zonder aan de budgetmethodiek eeuwigheidswaarde toe te kennen wil ik wel herinneren aan de "aankleven" van het oude systeem, een wensenpakket, hetwelk de moge lijkheden met miljoenen deed overschrijden en het college in het verleden noodzaakte het rode pot lood driftig te hanteren. De fractievoorzitter van de V.V.D. heeft het mij moeilijk gemaakt. Niet zozeer met de constate ring dat de vette jaren achter de rug zijn, hier van zijn wij -- zoals de heer Ten Wolde terecht heeft geconstateerd t- doordrongen. De opmerking dat het college door het plotseling inzakken van de woningmarkt in een panieksituatie zou zijn ge raakt wordt echter door de heer Ten Wolde met geen enkel bewijs gestaafd. Of bedoelt hij te zeggen, dat het wijzigen van het beleid, het bezuinigen en de daarmee gepaard gaande maatregelen, de be perkte inzet van de reserves, het bepalen van de prioriteiten, evenzovele paniekreacties zijn? Ik meen veeleer te mogen vaststellen, dat het college op adequate wijze inspeelt op gewijzigde omstan digheden, Wij staan nog niet in de door de heer Ten Wolde aangehaalde korte broek met bretels. Al hoewel ik niet de pretentie wil hebben dat het al lemaal wetenschappelijk is gepresenteerd, het zijn nuchtere en naar mijn mening verstandige re acties. Als door de heer Ten Wolde wordt opgemerkt dat voor de begroting 1981 niet echt structureel is ingeleverd, dan moet ik stellen dat de 14%- operatie is gestoeld op inlevering van structurele zaken. Het is ovejrigens een bemoeienis die per portefeuille de aandacht heeft gehad. Voorts stelt de heer Ten Wolde dat er een echte meerjarenplanning moet komen, het systeem

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2269