11 DECEMBER 1980 2271 De heer CRUL: De heer Van Banning stelt dat hij met betrekking tot het afwegen van belangen een persoonlijk standpunt heeft. Ik zou nu het volgende willen vragen. In het programakkoord wordt gesproken over extra aandacht voor de achter gebleven groepen, u schetst een toch nogal somber beeld van de situatie, de heer Eissens heeft ge zegd dat wij de tering naar de nering moeten zet ten en ook de heer Ten Wolde heeft in dezelfde zin gesproken. Is het dan naar uw mening niet zo dat de wensen van de V.V.D. de komende jaren, gezien haar belang naar luxe en onnodige zaken, moeilij ker aan de orde zullen kunnen komen? De heer TEN WOLDE: Dit is natuurlijk een ver gelijking die nergens op slaat. In de algemene be schouwingen heb ik erop gedoeld dat wij weliswaar het woonaspect voorrang willen geven in de zin zo als wij dat nu hebben geïntroduceerd, maar dat de wijze waarop een en ander over twee jaar zal moe ten worden geaccepteerd -- dit ook in de richting van de heer Van Banning -- nog volledig ter dis cussie staat. Wethouder VAN BANNING: Het laatste is correct dat staat inderdaad nog volledig ter discussie en ik heb ook gezegd dat straks in het kader van de begroting 1982 een en ander opnieuw zal moeten worden beoordeeld. De hang naar luxe zal wel afge leerd moeten worden, ik ben van mening dat wij in de toekomst de broekriem nog meer zullen moeten aanhalen, waarbij een afweging zal moeten plaats vinden en wij wellicht zullen moeten besluiten desnoods ten koste van een verhoging van de on- roerend-rgoedbelasting hetgeen wij noodzakelijk achten tot stand te brengen, dit dan voor zover het veranderd zal zijn en bovendien zal dit altijd aan het oordeel van de raad worden overgelaten. De heer CRUL; Dat heb ik niet gevraagd. Ik vraag u of op grond van de huidige situatie de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2271