11 DECEMBER 1980 2273 zich al een reden tot verheugenis, ik heb echter begrepen dat wij naar het oordeel van mevrouw Saelman niet echt bezuinigd hebben. Wij hebben al leen niet gedaan wat wij nog meer gewild hadden, wij hebben in feite pijn omdat wij wat minder meer hebben gekregen. De heer GARRITSENNoemt de heer Van Banning dat geen bezuiniging? Als je van hetgeen je in de begroting hebt staan een deel niet uitvoert is dat naar mijn mening een concrete bezuiniging. Wethouder VAN BANNING: De heer Van Banning zal de heer Garritsen daarop graag antwoord geven Misschien heeft men het als zodanig aangevoeld, maar het lijkt mij goed in de raad nog eens duide lijk te zeggen dat wij aan een echte bezuiniging r- daarin geef ik mevrouw Saelman graag gelijk nog niet toe zijn. Voor het geval er echt bezuinigd moet worden rekent het college op de steun van de gehele raad. De heer Garritsen heeft zijn P.S.P.-filosofie ten beste gegeven en onder meer in zijn betoog ge steld, dat wij ons niet moeten beperken tot de marges die de regering ons oplegt. Voorts stelde hij dat wij ons zullen moeten verzetten tegen het bezuinigingsbeleid van deze regering, zij aan zij met vakbonden en actiegroepen moeten wij strijden tegen de afbraakpolitiek van deze regering. Geheel los van de vraag of bezuinigingsbeleid en afbraak- politiek synonieme begrippen zijn is deze wethou der van mening, dat het de normale gedragslijn van de overheid moet zijn de intenties van de centrale overheid mede gestalte te geven. Hiermee wil ik niet betogen dat het niet passend zou zijn een eigen geluid te laten horen indien onevenredige schade aan de gemeenten zou worden toegebracht. De financiële operatie, de l3s%-operatiezou 15 arbeidsplaatsen hebben gekost, waarop door col lega Welschen al is geantwoord. Als de heer Gar ritsen eerst over 15 arbeidsplaatsen spreekt en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2273