2276
11 DECEMBER 1980
voortgangscontrole, waartoe door het college reeds
vroeger besluiten zijn genomen, geëffectueerd moe
ten worden. Afsluitend wil ik echter zeggen, dat
ik geen al te optimistische verwachtingen kan en
mag wekken. Of en in hoeverre wij in de gemeente
aan een bedrijfsmatige planning binnen het be
stuur sgebeuren gestalte zullen kunnen geven kan
ik nog niet inschatten. De gebondenheid binnen
overheidsstructuren, de mindere souplesse bij het
handelen, de autoriteit of het gebrek daaraan tot
het doen van ingrepen zowel in tijden van opgaande
als van neergaande lijn, maken mij niet overdreven
optimistisch. De verkregen ervaringen binnen de
gemeente wijzen ook duidelijk in die richting.
Tot slot nog een enkele opmerking over de
automatisering. Ook met dit medium zijn wij nu
zo'n vijftien jaar bezig. De activiteiten op dit
terrein bewegen zich tot dusver geheel op het ter
rein van de administratieve automatisering. De
eerste doelstelling hierbij was en is verbetering
van de informatieverstrekking, hetgeen vertaald
kan worden als sneller werken, meer informatie,
beter op elkaar afgestemde informatie, verminde
ring van massaal routinewerk enz. Als tweede doel
stelling geldt de kostenverlaging in het vlak van
de administratie. Of het laatste lukt is moeilijk
te bewijzen, alleen reeds omdat de geautomatiseer
de administratie aanzienlijk meer, beter en snel
ler informatie levert dan handmatig mogelijk zou
zijn. Vergelijken is dus nauwelijks mogelijk, wel
is zoveel als mogelijk het criterium gehandhaafd
dat overgang op geautomatiseerde administratie
geen budgettair nadelige gevolgen mag hebben.
Ik meen er verstandig aan te doen mijn ant
woord met het oog op de tijd iets in te korten, ik
wil alleen nog wel zeggen dat de gehele kwestie
van de automatisering nogal in beweging is, nog
teveel in beweging om tot een definitieve stel-
lingname voor de toekomst te komen. Zaken als cen
tralisatie en decentralisatie en in dit verband
ook de samenwerking met Tilburg en in