15 DECEMBER 1980
2285
van het geld besteed werd voor het concreet opvan
gen van een stuk werkloosheid. Wij stellen ons dan
ook voor over de besteding van de 450.000,bij
de portefeuillegewijze behandeling een motie in te
dienen.
Het zou een misvatting zijn, te denken dat
onze fractie op hetgeen in de sector cultuur ge
beurt alleen maar kritiek heeft. Dit is zeker niet
waar. Onze taak is echter, kritisch stil te staan
bij bepaalde signalen die wij ontvangen. Dat heb
ik gedaan voor wat betreft de relatie gemeente-
kunstenaars-rcommissie ex artikel 62Het feit dat
de wethouder zich in zijn antwoord ook al afvroeg
of politici wel goed in de sector cultuur kunnen
functioneren, betekent voor mij al een gedeelte
lijke bevestiging van mijn veronderstelling. De op
lossing van het probleem zal de wethouder zelf
moeten geven.
Wij zeiden al dat dat het beleid van wethou
der Welschen en zijn opvattingen over de benade
ring van de jeugd ons bijzonder aanspraken, ook
al was hier nauwelijks sprake van een reactie op
onze algemene beschouwingen. In het kader van de
jeugdwerkloosheidsprojecten vragen wij ons name
lijk af of niet aangehaakt kan worden bij bestaan
de vormingsinstituten en bij de Volksuniversiteit.
Wij weten dat men bereid is deze activiteiten te
ondersteunen en wij hebben gehoord dat bijvoor
beeld met name de Levensschool dit goed aan zou
kunnen en het graag zou doen. Niet alleen krijgen
de betrokkenen daar een professionele begeleiding
vanuit een constructief-positieve achtergrond,
maar daarnaast is de relatie met het bedrijfsleven
zodanig, dat men er geregeld in slaagt jongelui
aan een baan te helpen.
Geen antwoord hebben wij ontvangen op onze
vraag naar evaluatie in het kader van de inspraak,
waarbij het kostenaspect niet mocht worden verge
ten. Het college verwijst ons naar de commissie
algemene zaken. Hoe moet ik dat zien? Er is maar
een half antwoord gegeven. Ik zal graag vernemen