2288 15 DECEMBER 1980 V.V.D. met deze opmerkingen dat op die terreinen incidentenbeleid wordt gevoerd, bedoelt zij dat de tijd voor echte beleidskeuzen is aangebroken dat je daarnaartoe op weg moet gaan -of heeft zij hier iets anders mee voor: vindt zij de ze twee voorbeelden zó belangrijk, dat zij daaruit het beleid van het college of van delen van het college kan proeven? Je kunt er niet uithalen wat de bedoeling is. Blijkens de teneur van haar algemene beschou wingen gaat de V.V.D. toch weer dezelfde weg als vroeger. Zij kiest er onbeperkt voor dat alles wat vrij gelaten kèn worden ook vrij gelaten móet worden; zij wil alles aan het vrije spel van de maatschappelijke krachten overlaten. Dat is in het verleden zo geweest en het is in de huidige situa tie des te ernstiger dat de opvattingen van de V.V.D. zo blijven. Wij vragen ons af, of de V.V.D. beseft dat je, door voorstander van zo'n politiek te zijn, in feite te kennen geeft dat je de onaan vaardbare situatie van dit ogenblik bevestigd wilt zien. Ik denk in dit verband aan het wonen en het werken. Bij het wonen treedt op het gebied van volkshuisvesting verzieking op doordat speculanten en woekeraars profijt trekken. Wie alles aan het maatschappelijke krachtenspel overlaat, wil niet de maatregelen nemen die noodzakelijk zijn om de verzieking tegen te gaan. In wezen gebeurt dat ook op andere terreinen van het maatschappelijk leven. De heer TEN WOLDE; Ik moet hiertegen ernstig bezwaar maken. De heer Crul weet heel goed welke uitlatingen ik in september heb gedaan over moge lijke activiteiten op speculatiegebied. Nu blijkt dat hij vaak in de raad niet luistert om dit soort conclusies te kunnen trekken. De heer CRULU zegt toch steedsj e moet het aan die maatschappelijke krachten overlaten. Als je dat doet dat blijkt nu weer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2288