2292 15 DECEMBER 1980 Broeders was daar gevoelig voor en trad ook een beetje als woordvoerder van het C.D.A. vanuit het college op. Het is deze keer anders gebeurd en daarom zeggen wij: het heeft niet zo veel beteke nis op diezelfde weg door te gaan. Er zit mis^ schien nog wel iets anders achter, maar daar moet u maar eens over nadenken. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Achter de tafel zeer zeker wel! De heer CRUL; Welke tafel? De heer VAN DEN WIJNGAARD: De collegetafel. De heer CRUL; Ja, dat is zo, maar dat moet ook. Ik meen dat daarover duidelijkheid naar de burgers toe moet bestaan. Men hoeft er niet achr terbaks over te doen. Zojuist heb ik al gezegd dat de algemene fi nanciële situatie een somber beeld te zien geeft. De geluiden die uit Den Haag en van elders naar ons toe komen, worden steeds somberder. Het lijkt zo te zijn dat we in een steeds dieper dal terecht komen. Alle fracties hebben daarop gewezen; de heer Eissens is zojuist nog op de inzet van de reserves ingegaan. Het is niet onze bedoeling op dit punt onze gram te halen, maar het is wèl zaak, duidelijk aan te geven wat vroeger de bedoelingen waren en welke situatie zich nu voordoet. Er zijn enige opmerkelijke dingen gezegd en er zijn be langrijke opvattingen uitgesproken, die wij kunnen onderschrijven. De heer Eissens heeft gezegd: trachten te houden wat we hebben werkt funest. Dat is een belangrijke uitspraak die in wezen ook door ons naar voren is gebracht. Zij houdt in dat je voor het geval dat bezuinigingen of inkrimpingen noodzakelijk zijn, niets uitsluit, maar dat je een nieuwe start wilt maken om te bezien welke weg je moet gaan bewandelen. De heer Van Banning heeft namens het college gezegd dat er van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2292