15 DECEMBER 1980
2293
beleidsombuiging sprake is. Dit is iets dat moei
lijk over de lippen van het college en van het
C.D.A. komt. De heer Van Banning heeft het wel wat
aangekleed, maar hij heeft toch in wezen gezegd
dat er op dit ogenblik geen andere mogelijkheden
zijn. Er is wat het beeld van de algemene finan
ciële situatie betreft tussen de fracties niet
veel verschil van mening.
Van onze kant is al uitdrukkelijk gezegd dat
er bezuinigingen moeten worden toegepast. In wezen
is dat eerder ook door andere fracties gezegd en
het is nu tijdens de algemene beschouwingen beves
tigd. Van onze kant zeggen wij dat we niet denken
aan verhoging van inkomstenbelasting en dergelijke.
Wethouder Van Banning heeft wèl in die richting
gewezen, maar wij zijn er niet aan toe. Wij denken
uitdrukkelijk in de richting van een beperking van
uitgaven, waarbij bepaalde belangrijke onderdelen,
zoals wij al eerder hebben gezegd, buiten schot
zouden moeten blijven. Het gaat daarbij om de uit
gaven voor het wonen en de woonomgeving, de uitga
ven ten behoeve van de werkgelegenheid, alsmede de
uitgaven voor welzijnsvoorzieningen, het milieu
en de energie. Die onderdelen achten wij van zo
groot belang, dat ze naar onze mening buiten schot
moeten blijven.
De heer TEN WOLDE: Wat blijft er dan nog over
dat niet buiten schot hoeft te blijven?
De heer CRUL; Er is een groot aantal zaken,
ook in de inkomsten van het ambtelijk apparaat en
van het college, die uitdrukkelijk wel aan de or
de zouden kunnen komen. Er zit nogal wat extra's
in dat bij de verdere behandeling van de begroting
nog wel zal worden besproken. Naast de door mij
genoemde vijf punten zal alles wat er aan inkom
sten en uitgaven op het programma staat dat is
ongeveer 0,75 miljard rr de revue moeten passe
ren, opdat we kunnen bepalen hoe we verder moeten.
Dit brengt mij op de motie die wij hebben