2294
15 DECEMBER 1980
ingediend. De heer Eissens heeft gezegd dat de
raad een dergelijke uitspraak nu juist niet zou
moeten doen. Ik wijs erop dat volgens het program
akkoord de raad een andere functie heeft dan al
leen maar achter het college aan te lopen. De
functie van de raad is voor een deel controlerend,
maar houdt uitdrukkelijk ook in dat er, als de
partijen dat noodzakelijk vinden, initiatieven
moeten worden genomen.
De heer EISSENS: Dat is de reden waarom wij
de motie niet kunnen steunen. Wij vinden het niet
noodzakelijk dat de raad deze motie aanneemt.
Naar onze mening is er een zeer goede aanzet ge
geven ook u bent het daar, meen ik, mee eens
en moet de raad het college de kans geven een
en ander verder uit te werken. De raad moet er
niet als een soort bulldozer achteraan gaan door
nog meer te vragen, want dat is gewoon overvragen.
De heer CRUL: Wij vragen niet méér dan het
college waarschijnlijk wel van plan zal zijn. Wij
hebben alleen uitdrukkelijk met deze motie willen
aangeven dat wij daar zelf ook verantwoordelijk
heid voor willen dragen en dat wij er aan mee
willen doen. Daarnaast zal als wij uw woorden
en die van de heer Ten Wolde serieus nemen t--
blijken dat er andere prioriteiten zullen moeten
worden gesteld. Dan ben je aan het programakkoord
aan het "knagen" en zul je ernstig met elkaar moei
ten spreken. Wij vinden dat we met de motie in
wezen aansluiten op wat er door C.D.A. en V.V.D.
in de algemene beschouwingen is gezegd; de motie
moet dan ook uitdrukkelijk boven tafel blijven.
Door D'66 zijn enige concrete financiële
voorstellen gedaan: vier amendementen ten aanzien
van de uitgaven. Wij kunnen het eens zijn met de
benadering die D'66 in de amendementen heeft uit-v
gedrukt, met de richting waarin enkele voorgestel
de veranderingen gaan en met het streven naar het
tot uitdrukking brengen van de rol van de raad;