15 DECEMBER 1980 2295 in het verleden hebben wij hetzelfde gedaan. Een volledige beoordeling van de financiële onderbouw is echter moeilijk. Bij de behandeling in de sec tor hebben wij al aangekondigd dat we met het punt van de opbouwwerker bij de Driesprong zullen te rugkomen. Dit sluit in wezen aan bij wat D'66 waarschijnlijk heeft bedoeld. Ten aanzien van de andere voorstellen zouden wij graag van het colle ge vernemen t-t de heer Van Dun is er al beperkt op ingegaan -of er op een of andere wijze een fi nanciële onderbouwing mogelijk is. Wij zijn blij met de reactie van het college op de door ons bepleite buurt- en wijkaanpak. Naar wij hebben begrepen wordt in het college over dit onderwerp al geruime tijd een discussie gevoerd, waarbij de gedachten in de door ons bepleite rich ting gaan. Over het onderwerp "wonen" is heel veel ge zegd. Door C.D.A. en V.V.D. wordt in wezen betwij feld of er een lokaal volkshuisvestingsbeleid kan worden gecreëerd. De opmerking van de heer Ten Wolde, inhoudende dat bij de inzet van de reserves geen woning méér wordt gebouwd, zouden wij graag nader onderbouwd zien, De heer Van Dun heeft zich namens het college afgevraagd of er nu eigenlijk sprake is van een structurele neergang in de bouw, of dat de moeilijke situatie weer voorbij zal gaan. Naar mijn mening is er in de bouw wèl een beleidskeuze. Er ligt in ieder geval een ambitieus woningbouwprogramma op tafel. De heer SCHURING: Als dat er ligt, hoe kunt u dan zeggen dat het C,D.Ar, met andere woorden: de C.D.A.-wethoudergeen lokaal volkshuisvestingsbe leid voert? U hebt een zeer dikke nota op tafel, u hebt betogen gehoord over ter plekke noodzake lijke injecties ter zake van het lokale volkshuis vestingsbeleid, en da,n zegt u zulke dingenI De heer CRUL; Het is niet vandaag dat we dat hebben verteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2295