2296 15 DECEMBER 1980 De heer SCHURING: Het gaat wèl over wat we vandaag doen! De heer CRUL: Het is een ambitieus programma. In de pers is er zeer uitvoerig aandacht aan be steed. Het programma is ambitieus in een zin die ons wel aanspreekt: dat hebben we tijdens de air- gemene beschouwingen al gezegd en daar blijven we bij. Het gaat mij erom dat C.D.A., V.,V.D. en de wethouder - en dus het college r>r- in wezen zeg-r gen dat je vanuit Breda geen volkshuisvestingsbe-r- leid kunt voeren; je bent, zo zegt men, zó afhanr- kelijk van instanties buiten Breda, dat je daar niet aan toe kunt komen. Wij blijven zeggen dat je eerst uitdrukkelijk moet vaststellen voor welke groepen je eigenlijk wilt bouwen. Dat hebben we bedoeld met de opmerking dat er geen beleidskeuze is gemaakt. Als de wethouder heeft bedoeld te zeg gen dat de keuze is gevallen op het wegwerken van de harde kern van de woningzoekenden, dan zitten we voor een groot deel op dezelfde lijn, maar dat wordt niet gezegd. Het is zowel in de nota volks huisvesting als in dit debat niet althans te beperkt aan de orde. Natuurlijk is er hulp van buitenaf nodig, maar Breda kan naar onze mening zeker op verscheidene terreinen van het volkshuis vestingsbeleid een eigen beleid voeren, zowel door naar behoefte te bouwen als door creatief te zoe ken naar een andere verdeelsleutel voor wat wij in het kader van de huisvesting hebben, en bovendien door te experimenteren met andere vormen van wo^ ningbezit. De heer TEN WOLDE: Ik ben altijd in voor sug gesties. Het lijkt mij goed dat de heer Crul aan geeft hoe het mogelijk is te experimenteren en hoe de middelen door herverdeling in een bepaalde richting kunnen worden ingezet. Hij heeft zelf min of meer erkend dat we bij de projecten voor drie kwart afhankelijk zijn van de rijkssubsidie, iets waajrop ik in mijn algemene beschouwingen heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2296