2300
15 DECEMBER 1980
De heer TEN WOLDE: Dat hoor ik.
Onze fractie wil toch nog eens nadrukkelijk
stellen dat onzes inziens vanuit het college dui-
delijke richtlijnen dienen te worden aangegeven
die ertoe leiden dat wij de besluitvorming veel
meer to the point richten op de hoofdlijnen van
het bestuurlijk gebeuren. Regelmatig verzanden we
in details, wat in wezen behoort tot de gedele-
geerde taak van het bestuur.
Ik! wil vervolgens nog even kort ingaan op het
functioneren binnen het college. Het deed mij erg
veel pijn te moeten constateren dat de heer Crul
er in zijn algemene beschouwing weer op uit was
een groot aantal verwijten tot het C.D.A. en de
V-V.D. te richten, alsof zijn fractie dit college-
beleid toch niet loyaal wil steunen en de Partij
van de Arbeid wil isoleren. Ik meen dat het betoog
dat de heer Crul zojuist hield eigenlijk zou moe
ten worden omgedraaid. Ik wil opmerken dat er ser
dert twee jaar geleden best wel iets is veranderd,
in welk verband ik wil herinneren aan de debatten
die enkele jaren geleden over de Haagse Beemden
werden gevoerd, waarbij constant sprake was van
een verdeelde opstelling. Er is inmiddels iets ten
goede tot stand gebracht, aangezien kan worden ge
constateerd dat nu ook de Partij van de Arbeid
constructief meedenkt in de richting van een zo
snel mogelijk ontwikkelen van die Haagse Beemden,
zij het dat we over details wellicht van mening
verschillen.
Anders ligt het echter binnen het college en
dan doel ik op het gehakketak, de verdeeldheid om
trent het formuleren van de uitgangspunten voor de
stadsvernieuwing en het feit dat er nog geen
standpunt inzake het kraakbeleid is bepaald. Ik
wil nadrukkelijk stellen dat dat laatste in het
geheel geen verband houdt met de ernst van de
volkshuisvestingssituatie. In mijn algemene be
schouwing heb ik duidelijk gesteld dat wij als be
stuur van de stad hierover een mening dienen te
bepalen en deze kwestie niet steeds maar voor ons