15 DECEMBER 1980 2311 niet van toepassing is, omdat die betrekking heeft op het openbaar maken van stukken. Opvallend hier bij is dat de burgemeester vervolgens voorbij ging aan onze wens brieven van burgers rechtstreeks door te sturen. Komt dit voort uit het feit dat het te pijnlijk is een nieuwe wet te moeten toe passen om gedaan te krijgen dat brieven bij gead resseerden terecht komen? Wij zijn de burgemeester erkentelijk voor de toezegging in verband met het functioneren van de commissie het zogenaamde Eindhovense model te la ten bestuderen. Daaraan verbinden wij de wens dat de aanpassing van het reglement van orde niet aan de raad wordt voorgelegd voordat de resultaten hiervan bekend zijn. Ik wil voorts ingaan op de beantwoording door wethouder Van Dun. Wij hadden kunnen weten dat de wethouder ons zicht op het beleid voor wat betreft de volkshuisvesting niet zou vergroten. Wij menen ook dat hij het zelf niet precies weet. Wij zijn er ons ook van bewust dat wij hem een instrument in handen hebben gegeven om ons niet te behoeven antwoorden. Wij zeiden namelijk: misschien kan in de repliek hieraan iets worden gedaan. Dit moest zijn: "bij het antwoord van het college", maar wij begrepen, deze wethouder kennend, dat hij zich de ze escape niet zou laten ontgaan. Misschien kan het nu in dupliek? Op onze vraag waarom niets meer wordt gehoord over de met veel tamtam aangekondigde aluminium- woningen antwoordde de wethouder dat het de mensen siert als zij datgene wat zij beloven eerst in al le rust bekijken, althans iets van die strekking. Dat klinkt mooi, maar het is natuurlijk wel teke nend dat er eerst is beloofd. Ons werd beloofd, in verband met onze moei lijkheden met de hoge kosten voor tijdelijke huis vesting van openbare werken, dat een berekening zou worden gemaakt van de kosten per ambtenaar in deze gemeente ten opzichte van die van ambtenaren yan openbare werken, ^ls wij zien hoe de sociale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2311