15 DECEMBER 1980 2323 De heer TEN WOLDE: Ik wil u toch wel even in bescherming nemen, mijnheer de voorzitter, door op te merken dat u zich vermoedelijk bijna kapot stookt in dat grote huis. De heer GARRITSEN: Moeten wij dat dan betalen? Ik wil vervolgens nog op een punt met betrek king tot het milieubeleid ingaan, namelijk op de vuilstort Bavel^Dorst. De V.V.D. heeft al opgemerkt dat er eens naar andere mogelijkheden zal moeten worden gekeken, waarvoor oök ik sterk geporteerd ben. De huidige manier van opslag is ruimteverslin dend en in feite ook nogal milieu-onvriendelijk, gezien hetgeen wordt gestort, zodat er zeker stu dies moeten worden verricht en concreet aan oplos singen moet worden gewerkt. De verschillende stor tingsmethodes, verbrandingsmethodes en dergelijke zullen eens op een rij moeten worden gezet opdat daaruit een keuze kan worden gemaakt. Zoals ik al heb opgemerkt is naar mijn mening in de portefeuille sociale zaken het opbouwwerk sterk ondervertegenwoordigd. Wethouder Paulussen heeft gesproken over herschikking en inderdaad zou daarin een mogelijkheid kunnen zitten. Er moet dan echter wel voldoende menskracht aanwezig zijn. Met de huidige bemanning en bevrouwing van het opbouw werk is het onmogelijk om nu al te spreken over herschikking. Ik meen ook dat de stadsvernieuwing behoorlijk in de knel zal komen in de Spoorbuurt is dat al duidelijk bewezen door de beperkte middelen die op de begroting daarvoor zijn uitge trokken. Ik vind het jammer dat de wethouder van openbare werken op de stadsvernieuwing niet nader is ingegaan, want het gaat daarbij toch om de vraag hoe de bewoners daarbij kunnen worden betrok ken en hoe de bewoners in het geheel kunnen parti ciperen. Mijns inziens biedt de huidige begroting geen mogelijkheden voor een goede aanpassing daar van. Ik wil vervolgens een opmerking maken die niet van persoonlijke aard is, zoals een opmerking van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2323