2344
15 DECEMBER 1980
Oosterhout en de gemeente Breda. De essentie van
mijn verhaal was dat wij zullen moeten trachten
te bereiken dat zal wel een zaak op lange ter-
mijn zijn dat een aantal gemeentebesturen en
dan met name die welke over bedrijventerreinen be
schikken in de toekomst gezamenlijk in slagorde
richting Den Haag zullen gaan omdat je uiteraard
gezamenlijk een stuk sterker zult staan als je
eerst voor jezelf tot de conclusie bent gekomen,
dat in Den Haag ook nog wel het een en ander valt
te verbeteren. De bereidheid van Breda tot het in
een regionaal kader inleveren van een stukje eigen
bevoegdheid moet mijns inziens het uitgangspunt
zijn van waaruit de gemeente Breda haar college
gemeentebesturen hieromtrent zou kunnen aanspreken.
Tot slot nog een opmerking aan het adres van
mevrouw Saelman, die mij erop heeft gewezen dat
een door haar gestelde vraag niet is beantwoord.
Zij heeft daarin gelijk en ik wil dat graag corri
geren, maar ik zit er eigenlijk een beetje mee om
dat ik niet goed weet wat ik haar moet antwoorden.
Het is natuurlijk geen enkel probleem voor aller
lei vrijkomende gelden nuttige bestedingen te vin
den, ook in de sector cultuur. Dat is mijn groot
ste probleem bepaald niet, ik zou aan nog heel
veel vrijkomende gelden een erg goede besteding
kunnen geven. Je zou alleen het tekort in deze
sector moeten afwegen tegen het tekort in andere
sectoren en op dit moment kan ik niet bewijzen,
dat het tekort in de sector cultuur bepaald veel
groter is dan dat in andere sectoren waarin wij
met vele noden worden geconfronteerd. Zodra ik
vrijkomende gelden op tafel kan brengen zal ik,
uiteraard in overleg met de commissie cultuur, al
mijn creativiteit gebruiken om daaraan een zo nut
tig mogelijke besteding te geven. Tot dusver heb
ben wij ons in ieder geval beperkt tot het geld
dat daadwerkelijk beschikbaar is en ten aanzien
daarvan ben ik van mening dat wij er met onze crer
ativiteit een nuttige bestemming aan hebben kun
nen geven.