15 DECEMBER 1980 2349 Ten aanzien van het jongerenbeleid, waarbij je ook in de richting van scholing en recreatiebe- leid kunt gaan, wil ik mede aan het adres van de heer Ten Wolde stellen dat dit voor mij helemaal geen kwestie is van voorzieningen. Dit zal naar ik aanneem inmiddels ook wel duidelijk zijn geworden uit het ter zake gevoerde beleid, het is veel meer een beleid gericht op zinvolle activiteiten die door voorzieningen lang niet gegarandeerd zijn en ook niet voor alle groepen. Wij proberen die acti viteiten selfsupporting te maken, aanvankelijk door begeleiding, maar op een aantal punten ge beurt dit niet. Bij het bezien van de activiteiten op het terrein van de sportieve recreatie maar er zijn tal van andere voorbeelden zal men dit onderkennen De heer TEN WOLDE: Sorry voor het weer inter rumperen maar het verhaal van de heer Welschen wekt de indruk dat de fracties in de raad nog niet over de problemen zouden hebben nagedacht. Daarte gen heb ik ernstig bezwaar, de heer Welschen heeft ons als het ware de opdracht meegegeven hierover nu eens te gaan nadenken. Dat geeft hij echter niet toe. Wethouder WELSCHEN: Wat moet ik toegeven? In de commissie recreatie, in mijn commissie waarin het jongerenbeleid aan de orde komt, is hierover in ieder geval nooit gesproken en als wij over personeelsbeleid praten is hiervoor ook altijd te weinig tijd beschikbaar. Veel te vaak moeten wij ons bezighouden met de grote en kleine concrete problemen die om een oplossing vragen, maar mijn vraag is of in de wijze van oplossen een bepaalde lijn is te onderkennen. In de richting van de V.V.D. zou ik willen zeggen, dat wij hierover eens een discussie zullen moeten voeren, want ik proef een verschil in opstelling, in waardering ten op zichte van het huidige cultuurbeeld, verschillen die mijns inziens passen bij verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2349