15 DECEMBER 1980 2359 de daarmee gepaard gaande uitgaven. Mevrouw Saelman kan ik blijkbaar niet tevre den stellen, zij is naar ik heb begrepen nog steeds teleurgesteld. Ik heb erop gewezen dat het altijd een moeilijke operatie is gelden van het ene bud get naar het andere over te hevelen of voor de ene wens een andere in de plaats te stellen. Mijns in ziens zou een goede communicatie met andere par tijen haar positie in dezen kunnen vergemakkelij ken. Mevrouw SAELMAN-BOELENDe wethouder doelt nu naar ik meen op een ontevredenheid in andere zin. Wij zouden echter zo graag hebben gezien dat de nieuw gevonden 10 miljoen vanuit de raad op ba sis van prioriteitstelling zou worden ingevuld. Onze vraag hierover is niet door de voorzitter van de commissie algemene zaken, maar door de wethou der van financiën beantwoord die deze vraag op een zuiver technische manier heeft moeten afdoen. Daar aan kan de wethouder niets doen, maar ik vind het jammer dat het college dit zo heeft beslist. Wethouder VAN BANNING: Dat heb ik heel goed begrepen. Zou mevrouw Saelman daaraan behoefte hebben, dan kan zij deze vraag in de commissie al gemene zaken opnieuw aan de orde stellen. Ik wil dan nog een opmerking maken omdat ik mijns inziens als wethouder van financiën mede de taak heb te bezien of bij inkomsten en uitgaven de spelregels goed worden gehandhaafd. In verband met de huur van de woning van de burgemeester is de opmerking over de 12% wel juist. Ten aanzien van bepaalde ambtswoningen wordt echter door de minis ter bepaald dat is hier al jaar en dag het ge val op welke hoogte de huur van de ambtswoning dient te worden vastgesteld. Dit is een taak die de minister van Binnenlandse Zaken al jaren, ook in de richting van Breda, uitvoert. De heer GARRITSENHierover heb ik in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2359