2360
15 DECEMBER 1980
commissie en ook telefonisch nu al drie keer in
lichtingen gevraagd en ik weet dat wat nu wordt
gezegd pertinent onjuist is. Voor het verkrijgen
van ontheffing ten aanzien van de 12% dient door
de gemeente een verzoek te worden ingediend, het
is dus precies andersom dan de wethouder het stelt.
Wethouder VAN BANNING: Zelfs al zou het ver
zoek hiertoe van de gemeente Breda zijn uitgegaan,
dan blijft het een feit dat de minister er in be
willigd heeft, zodat geen afbreuk wordt gedaan aan
hetgeen ik zoeven naar voren heb gebracht.
De heer GARRITSEN: De gemeente kan dat ver
zoek toch intrekken en de burgemeester normaal
12% laten betalen?
Wethouder VAN BANNING: Daarvoor bestaat naar
ik meen geen enkele reden, zeker niet wanneer in
aanmerking wordt genomen op welke wijze de ambts
woning door de burgemeester en zijn vrouw voor
openbare doeleinden beschikbaar wordt gesteld. De
wijze waarop dat gebeurt dwingt mijns inziens het
respect van elke burger van Breda af.
Voorts heb ik begrepen dat de heer Garritsen
nogal wat heeft gelezen als ik zijn leeftijd in
aanmerking neem moet ik wel aannemen dat hij er
over gelezen heeft over de gang van zaken in de
dertiger jaren. Ik zou hem echter willen aanraden
toch nog wat door te lezen, onze bibliotheek zal
hem tot verdere studies ongetwijfeld voldoende mo
gelijkheden bieden. Als hij dat doet en verdere
lectuur in alle objectiviteit beoordeelt zal hij
ongetwijfeld tot de conclusie komen, dat de door
hem de vorige week vertolkte opvattingen moeten
worden herzien.
De VOORZITTER: Wij houden vanavond tijd over,
die overigens niet te besteden is aan een voorts
zetting van de begrotingsbehandeling, want wij
zijn voor morgen op een zeer uitvoerige agenda