16 DECEMBER 1980
2366
ac- staat weinig over cultuurmaar wel wordt er in
gesteld dat de cultuur dichter bij de bevolking
iet moet worden gebracht, duidelijk over de wijken moet
Dat worden gespreid en dat er mogelijkheden moeten
ook, zijn voor experimenten. Geconstateerd moet worden,
dat de wethouder dat op het ogenblik in ieder ge
val niet uitvoert, dat hij daaraan althans nog niet
toe is. Door hem wordt een cultuur-politiek ge
voerd waarbij wordt uitgegaan van gebouwen en cen-
et trale regeling, waarbij de spreiding over de wij
ken en naar de bevolking toe weinig wordt gestimu-
r leerd.
ij Ik laat het museum nu even voor wat het is,
rig dat is al een aantal keren in deze raad aan de or
is de geweest.
kun- Wat de stadsschouwburg betreft is het opmer
kelijk dat, terwijl in het programakkoord staat
dat er mogelijkheden voor experimenten moeten blij-
ven, in het kader van de bezuinigingen met name op
et het experimentele programma van de stadsschouwburg
ek wordt bezuinigd. Dat betreuren wij zeer.
dit Bij de algemene beschouwingen is de wethouder
met een aardig lijstje gekomen van mensen die zich
e- met amateuristische kunstbeoefening bezighouden
alsmede van aantallen bezoekers, een lijstje waar-
n uit blijkt dat bij 109 uitvoeringen 23.000 bezoe-
op- kers aanwezig zijn geweest. Daarmee is onzes in-
jk ziens nog echter helemaal niet aangetoond, dat de
t- cultuur sterk onder de Bredase bevolking leeft,
k- want het gaat hierbij om 23.000 bezoekers in een
er- jaar tijd die allemaal één voorstelling hebben bij-
die- gewoond of hoogstens enkele. Ik ben hiervan dan
ook niet zozeer onder de indruk,
et Ik wil dan toch ook nog even teruggrijpen
naar de basis van het cultuurbeleid van deze wet-
tot houder, namelijk de in 1975 aangenomen nota "Van
t cultuur naar kuituur". Je zou kunnen zeggen dat
r deze nota naast een aantal algemene uitgangspunten
en twee kolommen activiteiten vermelddewaaraan in
de komende jaren driftig gesleuteld zou worden. De
ode éne kolom betrof het beleid met betrekking tot de