2369 16 DECEMBER 1980 echter niet hebben ontvangen. Er is nu in de be groting geld voor een functionaris kunstzinnige vorming uitgetrokken, maar naar onze mening is het nog te weinig. Naar ons oordeel is het een wezen lijke noodzaak, met het oog op het werkelijk be reiken van de basis, dat de kunstzinnige vorming nu eindelijk werkelijk vorm krijgt en daartoe wil len wij een motie indienen, die wij u inmiddels al hebben overhandigd. Ik wil mijn betoog afsluiten met dezelfde vraag die ik nu al een aantal jaren stel, namelijk waar blijft mijn monumentennota? Vergeet die nota nietl De VOORZITTER: De door de heer Oomen inge diende motie is de tweede motie, een motie inzake kunstzinnige vorming en educatie. Zo is zij mis schien het gemakkelijkst aan te duiden. De motie luidt als volgt: "De Raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 16 december 1980, in het kader van de begrotingsbehandeling, sector Cultuur; constaterende 1dat in het preadvies van burgemeester en wet houders met betrekking tot de nota "Van cul tuur tot kuituur" in 1975 als prioriteit o.a,. is aangegeven kunstzinnige vorming en educatie en dat dat preadvies is aangenomen; 2. dat in het programakkoord voor de raadsperio de 1978-1982" is overeengekomen dat "het her leid gericht dient te blijven op actieve deelr- name aan cultuuruitingen en op educatieve ta ken en doelstellingen" en dat voorts is ge steld dat dit kan worden bereikt door "verdere maatregelen ten aanzien van spreiding van activiteiten, met name kunstzinnige vorming";

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2369