16 DECEMBER 1980 2370
)e-
fe
het
ien-
3.
dat in de begroting 1981 bedragen voor zowel
activiteiten als wel personeel in het kader
van kunstzinnige vorming is geraamd;
)e-
.ng
overwegende
wil-
-S
4.
dat het hoogst noodzakelijk is dat nu eindelijk
gestalte wordt gegeven aan genoemde beleids
voornemens
;lijk:
iota
5.
dat zulks vorm dient te krijgen door het op
stellen van een stedelijk plan kunstzinnige
vorming voor de diverse groepen in de stad;
,ake
_s—
6.
dat zulk een plan een belangrijk instrument
kan zijn in een samenhangende cultuurpolitiek;
verzoekt het college
de
7.
voor 1 april 1981 een stedelijk plan kunstzin
nige vorming aan de raad te presenterenwaar
in beleidslijnen, organisatie en financiën
helder zichtbaar zijn, e.e.a. gerelateerd aan
de voornemens uit het programakkoord en nota
"Van cultuur naar kuituur";
ret-
llr
).at
:atie
8.
in het genoemde plan uitdrukkelijk de primaire
doelgroepen aan te geven gerelateerd aan de
groepen genoemd op blz. 12 van het collegestuk
"Formulering van hetgeen nagestreefd wordt";
ier
leelr
9.
in het op te stellen plan alle mogelijkheden
op het gebied van beeldende-, dramatische-,
muzikale^, dansr- en audio-visuele vorming aan
te geven;
ta-
en
gaat over tot de orde van de dag
■dere
van
tg";
De heer VAN ASSELDONK: Feitelijk zou het vol
doende zijnde wanneer ik namens mijn fractie zou
zeggen, dat wij ons kunnen vinden in het beleid,