ib DhXJEMbttK i960 werken zijn in de artotheek te vinden en alleen hun plastieken worden geplaatst in het stadsbeeld en openbare gebouwen. Als een dergelijk beleid door alle gemeenten in Nederland zou worden ge voerd, dan zou het er erg slecht uitzien. Nu is het zo dat door andere steden het werk van Bredase en Westbrabantse kunstenaars gemakkelijk kan wor den afgeroomd en dat aan het goede dat door andere beeldende kunstenaars buiten de regio wordt ge maakt in Breda geen plaats wordt gegund. De heer GARRITSEN: Het cultuurbeleid is in Breda in hoofdzaak een accommodatiebeleid, een op merking die ik in het verleden ook al eens heb ge maakt. Niettemin zijn op dit moment anders dan de heer Van Asseldonk zegt allerlei accommoda ties ernstig verwaarloosd, waardoor bepaalde ac commodaties zelfs gesloten moesten worden, terwijl van een nieuw beleid op dit terrein tot nu toe bijzonder weinig terecht is gekomen. Op zich heb ik daarmee grote moeite en ook in de binnenkort in de raad aan de orde komende nota "Licht op groen" wordt weer aangegeven dat vanuit de bestaande ac commodaties wordt gedacht, vanuit de vraag hoe de bestaande accommodaties verder moeten worden inge vuld. De nota "Licht op groen" is overigens ook weer een stuk dat vanuit het directeurenoverleg, het overleg van de directeuren van de grote in stellingen, tot stand is gekomen, terwijl dat een structuur is waarvan wij mijns inziens af moeten. In het kader van het door de gemeente te voeren decentralisatiebeleid dienen naar mijn mening an dere overlegstructuren te worden gecreëerd. Er zou bijvoorbeeld een inspraakverordening moeten komen, al dit soort zaken zullen binnenkort gerealiseerd moeten worden maar in de sector cultuur merk ik er tot nu toe bijzonder weinig van. Ik vind het bij zonder jammer dat wat dit aspect betreft nauwe lijks iets van beleid naar buiten komt. Ten aanzien van het cultuurbeleid wil ik het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2376