16 UEcjiMajiK 1980 daar waar zij hier zelf niet aan die discussie kunnen deelnemen. In dat verband heb ik mijn op merking geplaatst, verder behoeft men er echt niets achter te zoeken. Over het in de commissie cultuur functioneren van politici ben ik bijzonder tevreden Voorts stelde de heer Kammeraat enkele vragen over de regionale omroepwaarover ik een enkele opmerking wil maken. Tot nu toe hoort dit onder werp thuis in de portefeuille van de burgemeester, of daarin in de toekomst verandering zal komen valt op dit moment nog niet te zeggen, maar niet temin een reactie mijnerzijds. Ik wil dan eerst herinneren aan de destijds hierover door de heer Hendriksen gestelde vragen, waarop wij duidelijk ten antwoord hebben gegeven dat het college achter het initiatief staat en in de nieuwe aanpak prio riteit aan de regionale omroep West-Brabant zou willen zien gegeven. Voorts hebben wij daarbij aangegeven ter zake hebben wij vervolgens ook een brief aan de minister gericht dat door ons als uitgangspunt wordt gehanteerd, dat de finan ciering hiervan uit de voor omroepen en dat soort zaken gereserveerde algemene middelen zal dienen te komen en niet op basis van gemeentelijke bij dragen zal dienen te geschieden. Ik mag u overi gens niet verhelen dat er thans wel een subsidie verzoek ligt, dat met name is geënt op het onder nemen van promotie- en acquisitie-activiteiten. Daarvoor wordt aan alle gemeentebesturen in West- Brabant een relatief bescheiden bijdrage gevraagd en die aanvraag zal met een ambtelijk advies de volgende week dinsdag in het college aan de orde komen. Daarover is dus nog geen uitsluitsel gege ven maar ik denkf voortbordurende op de lijn die wij tot dusver hebben gekozen, dat deze aanvrage in beginsel positief zal worden benaderd. Ik weet eigenlijk niet goed wat ik met de op merkingen en de vraagstelling van de heer Oomen aan moet. Zijns inziens is het de dood in de pot, stelt het netwerk niets voor en praten de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2378