16 DECEMBER 1980
2380
23.000 bezoekers heeft getrokken spreekt de heer
Oomen niet aan. Dat was ook helemaal niet de be
doeling, dit was een antwoord in de richting van
de heer Eissens die een vraag had gesteld over de
betrokkenheid van de burger. Het gaat natuurlijk
helemaal niet om het aantal van 23.000 bezoekers,
het gaat er evenmin om dat wij 42 verenigingen
subsidiëren, noch om het feit dat 109 voorstellin
gen zijn gegeven. Het gaat erom dat in deze stad
tal van mensen op een bijzonder actieve manier be
zig zijn op enigerlei wijze culturele activiteiten
te ontwikkelen.
Aan het eind van mijn antwoord zal ik nog
even op de motie terugkomen.
Door de heer Van Asseldonk is een vraag ge
steld over de subsidie voor het Oranjecomité en de
Unie van Oranjesteden. Met betrekking hiertoe wil
ik nog één keer zeggen, dat dit anderzijds is ge
compenseerd door een verhoging van de post voor
stedelijke manifestaties, waardoor wij wat meer
flexibiliteit hebben gekregen. Als het geld niet
in de éne sector wordt besteed kunnen wij het voor
een andere activiteit gebruiken.
Voorts is nog iets gezegd over de culturele
revolutie in China, waarvan ik meen te mogen zeg
gen dat deze culturele revolutie minstens tien
jaar geleden heeft plaatsgevonden. In dit verband
dan ook nog even reagerend op de flauwe opmerking
van de heer Hendriksen over de sluiting van de
stadsschouwburg: als de culturele revolutie tien
jaar geleden in Breda had plaatsgevonden en als
toen de schouwburg was gesloten omdat het wellicht
op dat moment al hoogstnoodzakelijk was, dan zou
den wij op dit moment misschien weer een goed func
tionerende schouwburg hebben. Dat men deze wethou
der verwijt dat hij na honderd jaar de schouwburg
heeft gesloten teneinde in de toekomst weer over
een redelijk functionerende schouwburg te kunnen
beschikken
De heer HENDRIKSEN: Dan had ik waarschijnlijk