16 DECEMBER 1980 2386 van het collegebeleid in dit verband voor die ba sisscholen te kiezen die gelegen zijn in de wijken met betrekking waartoe het college heeft aangege ven dat wij daar zullen moeten beginnen en de ac centen zullen moeten leggen. Dat past binnen de nota "Van cultuur tot kuituur" en in het beleid dat het college tot op heden heeft uitgestippeld. Het nu plotseling maken van een switch van deze scho len naar groepen zal ertoe leiden, dat de heer Oomen wel tot 1 april 1982 op het stedelijk plan zal moeten wachten, want als het werkelijk de in tentie van de motie is dat wij alle hiervoor ge noemde groepen zullen moeten gaan benaderen krij gen wij voor die datum een stedelijk plan voor kunstzinnige vorming niet van de grond. De VOORZITTER: Dan is hiermee de behandeling van het hoofdstuk cultuur afgesloten. Wanneer de moties aan de orde komen zal een en ander vanzelf sprekend nog nader kunnen worden toegelicht. De behandeling van dit hoofdstuk heeft één motie opgeleverd; het amendement waarover de heer De Brouwer heeft gesproken heb ik nog niet gezien, althans niet op de wijze zoals dat zou mogen wor den verwacht. Bedrijven. De heer KAMMERAAT: Van de ons toegewezen tien minuten zal ik slechts een klein deel gebruiken. Ik zal alleen over het milieu spreken, de heer Van den Wijngaard zal de overige zaken van de commis sie bedrijven behandelen. Het belang van een goed milieu voor de bur gers is evident, simpel als een voorwaarde voor een gezond lichamelijk en geestelijk leven. Tegen woordig worden ook de financiële implicaties van een gezond milieu steeds duidelijker. Ik mag u wijzen op de kosten die bijvoorbeeld het Hoogheem raadschap waarmee wij te maken hebben heeft op het gebied van de zuivering van het afvalwater. Dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2386