238 28 JANUARI 1980 ieder geval gehonoreerd zullen moeten worden. Dat is mijns inziens een reden te meer om te dien aan zien even enig geduld te betrachten, zodat goed kan worden uitgezocht wat in dezen de beste han delwijze is. Al met al meen ik de heer Garritsen te mogen verzoeken zijn motie vooralsnog even terug te ne men, in afwachting van de resultaten van het on derzoek, van de beslissing van het college van bur gemeester en wethouders en van het advies van de commissie algemene zaken dat zéker zal worden ge vraagd. Eerst dan kan worden bepaald of in de dan ontstane situatie een motie of amendement, i.e. een uitspraak van de raad nodig is. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben behoefte aan een korte schorsing. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer GARRITSEN: Mijnheer de voorzitter. Uw uitgebreide beantwoording heeft mij toch nog niet zo van uw standpunt overtuigd. U spreekt van een "adviesclub" die u hebt ingesteld om de kwestie van de privacy te bestuderen, maar ik vrees dat het misschien wel een jaar of zelfs jaren kan du ren voordat wij op die manier inzicht in de totale situatie hebben. In mijn motie wordt mijns inziens iets naar voren gebracht waarover op korte termijn een beslissing kan worden genomen en dat financi eel niet zulke grote consequenties heeft. Wat de door u genoemde, voor een jaar afgesloten "con tracten betreft, ik heb op zich geen tijdslimiet in de motie ingebouwd en ik denk dus dat dit op zich niet zo'n probleem is. Het lijkt mij weinig zinvol de motie nu in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 238