16 DECEMBER 1980 2398 Ik maak een sprong naar het vervoerbedrijf en dan voornamelijk de afdeling brandweer. Evenals de heer Dreef en zijn fractie maken ook wij ons ern stige zorgen over de niet gehonoreerde claims en de daaraan verbonden consequenties ten aanzien van zowel de uitruksterkte als de preventieactivitei ten. Wij vragen het ons af of het mogelijk is de details laten wij ook in dezen graag aan u over in de gemeentebegroting hiervoor ruimte te vin den, opdat in deze duidelijke tekortkoming zal kunnen worden voorzien. De bestaande tekortkomin gen zijn ook door de commandant gesignaleerd, waarbij deze zelfs heeft gezegd dat hij schroomt ten aanzien van een aantal aspecten de volledige verantwoordelijkheid te dragen. Dat lijkt mij in de gegeven situatie tekenend en ik verzoek u der halve met klem op zeer korter termijn voor het op vangen van de gesignaleerde tekorten met uitgewerk te voorstellen te komen. Mocht het niet mogelijk zijn hiervoor binnen het totale gemeentelijk bud get oplossingen aan te dragen, dan zullen wij ik heb dit eerder ook in de commissie gezegd binnen het eigen budget van de wethouder van be drijven naar mogelijkheden moeten zoeken. Als een andere mogelijkheid ik durf het amper te zeggen zou ik u in overweging willen geven eens te kinken naar de post voor de twee milieuwachters, die als wij over mensenlevens praten wellicht hoe naar dat op zichzelf ook zou zijn naar het tweede plan zullen moeten verhuizen. Een korte opmerking over de zogenaamde 7%-re- geling en de daaraan gekoppelde organisatievorm. In de fractie hebben wij hierover uitvoerig ge sproken, dit heeft zowel consequenties voor de or ganisatie binnen de gemeente als in het gehele stadsgewest. Wij menen echter dat het, gelet op de onlangs van de brandweercommandant ontvangen noti tie en gelet op de binnen het stadsgewest in gang gezette besprekingen alsmede op de komende evalu atienota waarop wij al heel lang wachten en de daaraan aansluitende organisatievorm binnen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2398