21 JANUARI 1980 23 De heer KOERTSHUIS: Bij het C.D.A. weet je het nooit! De heer EISSENS: U zult zich kunnen voorstel len dat wij wêl zeer aan schorsing toe zijn, want wij wisten niet dat wij zó zouden worden aange pakt. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk wil er de raad nog even opmerkzaam op maken dat het niet zo zinvol is de behandeling hiervan uit te stellen tot de be handeling van de meerjarenbegroting en de begro tingsbehandeling, want in de commissie is gebleken dat het cruciale punt daarmee geen verband houdt. Het gaat met name om het meedoen van het M.A.I.C. met de andere welzijnsinstituten in het kader van de rijksbijdrageregeling, welke instituten over anderhalf a twee jaar via een beleidsplan hun be staansrecht moeten bewijzen. Bovendien heb ik nog niet mogen meemaken ik zit overigens ook nog niet zo lang in deze raad dat bij de begrotingsbehandeling belangrij ke verschuivingen worden aangebracht. Nogmaals wijs ik erop dat het punt waarom het draait ook niet op dat vlak ligt. De heer GARRITSENBij interruptie heb ik al kenbaar gemaakt dat de heer Koertshuis met zijn kenschetsing van het C.D.A. voor 100 gelijk had. Ik vind het een beetje vreemd dat de V.V.D. nu zo schrikt van de opstelling van het C.D.A., want ik neem toch aan dat men zal weten met welke fractie men in een college zit. Verder wil ik er nog eens sterk de nadruk op leggen dat ook ik tendeer naar het zoeken van een oplossing bij de behandeling van de meerjarenbe groting. Het feit dat het M.A.I.C. nu is gesloten vind ik echter dermate belangrijk, dat ik een be roep op de raad wil doen om het interpellatiever- zoek te ondersteunen. Wij kunnen dan bekijken wat wij kunnen doen om de sluiting in elk geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 23