16 DECEMBER 1980 2410 deze zaak te praten. Er is mijns inziens in dezen sprake van een sneeuwbaleffect, wij zijn er voort durend mee bezig. Wat zou ons ertoe kunnen bewegen de zaak nu stil te zetten en ons nog eens met het Centrum voor Energiebesparing te gaan bezighouden? De opvattingen van het centrum zijn ons bekend, het centrum is niet tegen stadsverwarming maar voor stadsverwarming op een ander niveau. Wat de l.p.g.r-kwestie betreft heeft de heer Garritsen eraan herinnerd dat over het ongelukje dat heeft plaatsgevonden vragen zijn gesteld. Ik ben zelf ter plaatse gaan kijken en heb daar ge constateerd dat de situatie niet zo verontrustend is. De maatregelen die genomen moesten worden zijn ook genomen, de zaak is weer wat in beweging geko men, maar het gaat mij iets te ver als nu wordt gezegd, dat de gemeente er iets aan moet doen om de zaak op de helling te zetten. In persoonlijke contacten met de directeuren van de Verbrumar de directeur van de onderneming die de zaak in be heer heeft en laat exploiteren is mij gebleken, dat de heer Bulthuis, de directeur, graag van de l.p.g.-tank ter plekke zou afwillen, eenvoudig om dat hij de aanwezigheid ervan in het kader van zijn zaken doen ter plaatse niet meer kan hebben. De heer DREEF: Door het actiecomité is op 1 december een pamflet uitgedeeld, waarover u naar ik meen met de burgemeester contact hebt gehad. Daaruit heb ik letterlijk geciteerd wat door u zou zijn gezegd. Mocht dat niet juist zijn, dan zoudt u dat nu moeten herroepen. De eigenaar, zo wordt gesteld, heeft de uitspraak gedaan dat de tank wat hem betreft onmiddellijk kan worden gesloten en vervolgens lees ik: "De heer Brooimans was het volkomen eens met deze uitspraak. Hij vond het een geluk bij een ongeluk. De eigenaar is bereid con cessies te doen aan de exploitant en het wachten is nu op de gemeente Breda." U bent dus duidelijk bij deze zaak betrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2410