2411 16 DECEMBER 1980 Wethouder BROOIMANS: Dat ik bij deze zaak ben betrokken heb ik zojuist al verteld. Ik heb zelf de gesprekken met de eigenaar, de beheerder van de tank gevoerd, waarbij mij is gebleken dat de man er van afwil. Aan de situatie ter plaatse ligt echter een zeer dubieus contract ten grondslag, met name is niet duidelijk of het contract nu per 1982 of 1983 expireert. Dat wordt momenteel juri disch onderzocht, maar overigens wil de beheerder via een afkoopregeling van de situatie ter plaat se zien af te komen. De sterkte van de brandweer is eveneens een onderwerp, dat in de commissie bedrijven uitput tend is behandeld. De commandant van de brandweer heeft over de sterkte van het brandweerkorps een notitie opgesteld en de conclusie daarvan is dat, uitgaande van de momenteel gehanteerde sterktebe palingen, de uitruksterktedat wil zeggen de functionele bezetting van de eerste uitrukvoertui- gen, doorgaans één functie ofwel 3h man minder zal bedragen dan de minimaal benodigde bezetting. Ook het college maakt zich zorgen over de situatie, u weet echter dat wij in dezen spreken van een ge^ deelde verantwoordelijkheid. De wethouder van be drijven is verantwoordelijk voor het binnengebeu- ren, bij optreden naar buiten is de burgemeester verantwoordelijk. Vandaag is in het college de brandbeveiligingsverordening besproken, welke ver ordening per 1 januari a.s, zal ingaan en beperkt, sectorsgewijze, ter hand zal worden genomen. In het college is vandaag onder andere afgesproken dat de burgemeester voor de brandbeveiligingsver ordening verantwoordelijk is. Ik neem aan, dat de burgemeester direct ook nog wel enkele woorden aan de brandweer wil wijden. De heer DREEF: Sorry hoor, maar De VOORZITTER: Wilt u de heer Brooimans nu even laten uitspreken?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2411