16 DECEMBER 1980 2412 >en De heer DREEF: in de commissie bedrijven is unaniem besloten dat het verzoek van de commis sie aan het college zou worden overgebracht -gt De VOORZITTER: Dat is duidelijk.' ;r sr i De heer DREEF: Wij hebben daarop nog steeds geen antwoord gekregen, maar wij hebben begrepen dat wat de organisatie, dus het personeel van de brandweer betreft, de bestuurlijke verantwoorde lijkheid niet bij u, maar bij de wethouder van be drijven ligt. Nu wordt gesproken over een brand beveiligingsverordening a De VOORZITTER: Dat is iets anders! ui- De heer DREEF: Dat de brandbeveiligingsveror dening een zaak van de burgemeester is, is ons ook bekend zal ok u De VOORZITTER: Dat is pas sinds vanmorgen het gevalJ e- u- De heer DREEF; In de commissie is ons medege deeld dat dit al eerder het geval was. r er- kt, De VOORZITTER: Vindt u het nu goed dat de heer Brooimans eerst zijn verhaal afmaakt? Ik zal straks proberen hierover nog een enkele opmerking te maken, waarbij ik de nodige bescheidenheid zal betrachten. r- de aan t Wethouder BROOIMANS: Mijn verhaal wordt door de interrupties wat bemoeilijkt. Ik kom tot het milieubeheer. Door meerdere sprekers is herinnerd aan hetgeen over een stel post voor milieubeheer naar voren is gekomen. Het college heeft besloten de begroting milieubeheer te handhaven in de door het college voorgestelde vorm. Als motief hiervoor zou ik willen aanvoeren, dat onze voorstellen zijn gebaseerd op de nota

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2412